Ingrediënten

  • 500 g Runderriblappen
  • 150 g sjalotjes
  • 1 winterwortel
  • 1 rode paprika
  • 200 g champignons
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 125 g spekreepjes (gerookte)
  • 1 eetlepel bloem
  • 2 takjes tijm
  • 1 takje rozemarijn
  • 1½ dl wijn (rode, warme)
  • 1½ dl runderbouillon (van een tablet)
  • snufje zout
  • snufje peper

Bereidingswijze

Dep het vlees droog met keukenpapier en snijd het in flinke dobbelstenen.
Pel de sjalotjes en halveer ze. Schil de wortel met een dunschiller en snijd hem in plakjes. Maak de paprika schoon en snijd hem in stukjes. Borstel de champignons schoon, halveer de grote champignons en laat de kleinere heel.
Verhit de olie in een braadpan en bak de spekjes uit. Neem ze uit de pan.
Bak vervolgens het vlees in de braadpan al omscheppend bruin. Voeg de sjalotjes en de wortel toe en bak ze al omscheppend ± 5 minuten mee. Bestrooi alles met de bloem en zout en peper naar smaak en voeg de uitgebakken spekjes, de tijm, de rozemarijn, de wijn en de bouillon toe.
Stoof het vlees op een laag vuur met de deksel op de pan in ± 150 minuten helemaal gaar. Voeg 20 minuten voor het einde van de bereidingstijd de paprika en de champignons toe.

Notities

Lekker met aardappelpuree en gesmoorde savooiekool of zuurkool.

Hoeveelheid

4 porties

Bereidingstijd

2 uren 30 minuten